Smartphones: Groot Zakelijk Belang en Verdienmodellen

Smartphones zijn big business, en de achterliggende verdienmodellen hebben veel weg van het doelbewust creëren van verslaving en onmisbaarheid van zowel de toestellen als de apps.

 

Het gebruik van smartphones kan worden vergeleken met middelengebruik zoals roken of drugs, waarbij er sprake is van een toenemende afhankelijkheid zoals bij een klassieke verslaving. Deze verslaving lijkt doelbewust te worden veroorzaakt door app-aanbieders, met als doel gebruikers zo lang mogelijk actief te houden. Tijdens deze periodes van hoge betrokkenheid kunnen er advertenties worden getoond en wordt 'social-commerce' bedreven.

 

Alle aanbieders van applicaties en de telefoon zelf zijn erop gericht om winst te maken. De smartphone is vooral een commercieel verdienmodel, ideaal omdat we onze maatschappij zowel privé als zakelijk zodanig hebben ingericht dat een smartphone bijna onmisbaar is geworden, denk aan DigiD, online bankieren en betalingen, verificatie, communicatie, en veiligheid.

 

Social-commerce houdt in dat men snel aankopen kan doen binnen een app, vergelijkbaar met kopen op sites zoals Bol.com maar dan via sociale media. Hierdoor kan men gemakkelijker impulsaankopen doen, met soms grote financiële gevolgen die moeilijk te overzien zijn. 

Social-Commerce E-commerce blijkt zeer effectief en winstgevend door het gebruik van gebruikersgegevens en influencers. De doelgroep is vaak jong, beïnvloedbaar en gevoelig voor reclame. Ouders en verzorgers, evenals gebruikers, hebben vaak beperkte kennis en er is weinig toezicht, mede doordat een smartphone als privé wordt gezien en de apps ouders minder aanspreken. 

De 'constante favoriete winkelstraat'; Apps versterken elkaar omdat meldingen tussen apps worden getoond: gebruikers bevinden zich, als het ware, altijd in hun favoriete winkelstraat via hun smartphone, omringd door geliefde producten en aangesproken door hun verkopers die voldoen aan hun verwachtingen, (rolmodellen gebaseerd op persoonlijke gegevens zoals geslacht, kijkgedrag, zoekgeschiedenis, interesses, geografische positie en welvaart in hun land, regio of plaats).